
Reizen in het verleden (2) Troost door de IJzerbedevaart?…
Tijdens de voorbereidende vergadering in Koekelare voor de filmvoorstelling “Herinneringen van een oorlogskind” op 13 september 2016 kwam me een anekdote te binnen uit het schooljaar 1945-46.
Een jonge historicus en bestuurslid van de erfgoedkring “de Spaenhiers” vond dat die anekdote ook in de film had gekund maar ik antwoordde dat het me pas na het maken van de film te binnen schoot en bovendien was geen beeldmateriaal om dat te illustreren .
Na de vlucht uit Gistel liep ik school in de vrije jongensschool te Koekelare en werd daar af en toe gepest omdat ik de zoon was van een “zwarte”, dat was blijkbaar daar bekend geraakt via Gistelse kringen.Op zeker moment op het einde van het schooljaar moesten we met de klas in een stoet opstappen in een wit uniform en medeleerlingen lachten me uit ,”Kijk daar, een zwarte in een wit uniform ” .
Vader was ondertussen al terug uit St-Kruis en hij troostte me met de aankondiging dat ik mee zou mogen naar de eerstkomende IJzerbedevaart in Diksmuide. Ik herinner me dat nog heel goed. Ik kon mee met vader en zat achteraan op zijn motorfiets. De IJzertoren stond in die jaren erg in de actualiteit omdat die gedynamiteerd werd op 17 maart van dat jaar.

de twee dynamiteringen van de IJzertoren
Ik vertelde die anekdote dus en vroeg me nadien af of het misschien ter gelegenheid van de eerste verjaardag van het einde WOII was, ergens in mei 1946.
De ijverige mensen van “de Spanhiers “hebben dat voor me opgezocht met illustratiemateriaal en vonden dat het om een feest ging voor de onthulling van een oorlogsmonument op de markt in Koekelare op zondag 11 augustus van dat jaar waar de scholen aan moesten deelnemen.

optocht schoolkinderen
De vrije scholen deden ook hun best om daaraan mee te doen zeker om wille van de felle schoolstrijd die daar nog altijd heerste tussen de liberale gemeenteschool en katholieke vrije scholen. De vrije jongensschool had een kwalijke reputatie opgedaan omdat er een viertal onderwijzers ” zwart” in de oorlog waren en ontslagen werden. De schooloverheden wilden nu zeker tonen dat ze vaderlandslievend waren en deden dus hun uiterste best om goed over te komen op dat feest. De documentatie over die schoolperikelen zijn terug te vinden in een uitvoerig artikel *
Toen dacht ik, dat klopt met wat vader aankondigde want de Ijzerbedevaart heeft altijd plaats op de laatste zondag van augustus, vandaar het verband met vader zijn voorstel. kort nadien zouden we ook verhuizen naar St-Pieterskapelle waar vader werk gevonden had bij een groentenhandelaar die de “markten “deed.
Toen ontdekte ik dat de eerste naoorlogse ijzerbedevaart pas eind augustus 1948 plaats vond. Ik herinnerde me die bedevaart heel goed omdat de hele bedevaartweide omsingeld was door de rijkswacht in gevechtsuitrusting. Toen woonden we al bijna twee jaar in St.Pieterskapelle en vader had ondertussen een motorfiets kunnen aanschaffen om naar zijn nieuw werk te rijden in Oostende als chauffeur bij een bouwfirma die de oorlogsschade in Oostende hielp herstellen .
Wat was er dus in werkelijkheid gebeurd? Waarschijnlijk ben ik niet mee opgestapt op het eigenlijke feest maar wel op de voorbereidende oefeningen ervan en toen ik vader vertelde dat ik me daar niet goed bij voelde heeft hij waarschijnlijk gezegd dat ik thuis mocht blijven en de belofte om samen naar de de IJzerbedevaart te rijden kon toen niet gedaan zijn.
Het toont aan hoe het geheugen zo de feiten kan condenseren na lange tijd maar blijkbaar was toch belangrijk genoeg om het te onthouden.
Het getuigt ook dat alle herdenkingen van het einde van de wereldoorlog later voor mij niet plezierig waren, integendeel ze riepen herinneringen op van een pijnlijke periode uit mijn kinderjaren.
* HADOCK, 17D-01K/3h en verslag over de feestviering in “De Torhoutsche Bode” 10/08/1946.
Recent Comments